-
vakmanschap [ zelfstandig-naamwoord ]
métier - craftsmanship het vakmanschap zelfstandig naamwoord We genoten van het vakmanschap van de beeldhouwer. -
valsspelen [ werkwoord ]
tricher | to cheat werkwoord Oneerlijk zijn bij een spel, oneerlijk te werk gaan. De speler heeft valsgespeeld op de wedstrijd. -
valsspeler [ zelfstandig-naamwoord ]
tricheur | cheater zelfstandig naamwoord iemand die niet eerlijk is tijdens het spelen van een spel De valsspeler probeerde in de kaarten van zijn tegenstander te kijken. -
veilen
vendre aux enchères | auction veil - veilde - geveild werkwoord in het openbaar verkopen Lisa heeft 100 euro gekregen toen ze haar lamp veilde. -
veiling [ zelfstandig-naamwoord ]
enchère | auction zelfstandig naamwoord openbare verkoop bij opbod of bij afslag Op de veiling heeft hij 1000 euro geboden voor een houten tafel. -
veilinghuis [ het-woorden, zelfstandig-naamwoord ]
hôtel de ventes - auction house het veilinghuis - de veilinghuizen zelfstandig naamwoord Veilinghuis Christie's in Londen verkoopt prachtige kunstwerken. -
verbazend [ bijvoeglijk-naamwoord ]
étonnant - surprising verbazend bijvoeglijk naamwoord Mijn dochter haalde verbazend goede resultaten op haar rapport. -
verdwijnen [ werkwoord ]
disparaître - disappear verdwijnen - verdwenen - verdween werkwoord De olifant verdween in de jungle. -
vereniging
association | association zelfstandig naamwoord een organisatie of verbond Ik zit bij een sportvereniging van 40 mensen. -
verfijnd [ bijvoeglijk-naamwoord ]
élégant - sophisticated verfijnd - verfijnde bijvoeglijk naamwoord Manon heeft een verfijnde voetbaltechniek. -
vergelijken [ werkwoord ]
comparer - compare vergelijken - vergeleek - vergeleken werkwoord Kan je dit schilderij vergelijken met wat we gisteren gezien hebben? -
verkiezen [ werkwoord ]
élire - elect verkiezen - verkoos- verkozen werkwoord Ramira is verkozen tot leider van de groep. -
verklaren [ werkwoord ]
expliquer - explain verklaren - verklaarde - verklaard werkwoord Ik kan niet verklaren waarom de kat zo bang is voor mij. -
veroorzaken [ werkwoord ]
causer - cause veroorzaken - veroorzaakte- veroorzaakt werkwoord De storm veroorzaakte veel schade aan huizen en bomen. -
verplicht
obligatoire - mandatory verplicht - verplichte bijvoeglijk naamwoord Hier moet je verplicht links afslaan. -
verschijnen
paraître - come out verschijnen - verscheen - verschenen werkwoord Haar boek verschijnt in de lente van volgend jaar. -
verslavend [ bijvoeglijk-naamwoord ]
addictif - addictif verslavend - verslavende bijvoeglijk naamwoord Dit computerspel is leuk en echt verslavend. -
verstoten
rejeter – renounce, disown verstoten – verstootte – verstoten werkwoord We moeten het lammetje zelf opvoeden, want het moederschaap verstootte het bij de geboorte al. -
vertrouwen
confiance -confidence het vertrouwen zelfstandig naamwoord Het vertrouwen in onze nieuwe regering is gedaald. -
vervagen [ werkwoord ]
brouiller - fade vervagen - vervaagde- vervaagd werkwoord De herinneringen aan mijn kindertijd vervagen met de jaren. -
verzamelen [ werkwoord ]
rassembler - collect verzamelen- verzamelde - verzameld werkwoord Ik heb al mijn speelgoed verzameld en opgeruimd. -
vliegen
voler -fly vliegen - vloog - gevlogen werkwoord Ik heb nog nooit in een helikopter gevlogen. -
vluchten [ werkwoord ]
fuir - escape vluchten - vluchtte - gevlucht werkwoord We zijn gevlucht voor het zware onweer. -
voedsel
nourriture | food zelfstandig naamwoord verzamelnaam voor eetbare producten Dieren zoeken voedsel om te overleven. -
voetspoor [ het-woorden, zelfstandig-naamwoord ]
trace - footstep heet voetspoor- de voetsporen. zelfstandig naamwoord Hij wordt advocaat en treedt daarmee in de voetsporen van zijn vader. -
voltooid deelwoord
= participium Voorbeelden:- gelezen
- aangekomen
- geschilderd
-
volwassen
adulte | adult bijvoeglijk naamwoord een bepaalde leeftijd hebben, geen kind meer zijn Vanaf 18 jaar ben je in België volwassen. -
voorbije [ bijvoeglijk-naamwoord ]
passé - past voorbij - voorbije bijvoeglijk naamwoord Het voorbije jaar is hij vaak ziek geweest. -
voorheen [ bijwoord ]
avant - before voorheen (≈ vroeger) bijwoord Jaques is blij met zijn nieuwe bril, voorheen kon hij bijna niets zien. -
voorlopig [ bijwoord ]
pour l'instant - for now Voor nu, op dit ogenblik, tot een volgend moment bijwoord Voorlopig regent het niet. Straks misschien wel. -
voormalig [ bijvoeglijk-naamwoord ]
ancien - former voormalig - voormalige bijvoeglijk naamwoord Hier zie je de voormalige fabriek, nu zijn er kantoren. -
voorselectie
présélection | preselection zelfstandig naamwoord Een voorlopige selectie waaruit kan gekozen worden in een finale De atleet zat niet bij de voorselectie en mocht dus niet deelnemen aan de finale. -
vrijwillig
volontairement | voluntary bijvoeglijk naamwoord zonder dat iemand erom vroeg; uit vrije wil Mijn zoon hielp vrijwillig met afval opruimen in de buurt.