- De kinderen vervelen zich. → zich vervelen;
- Thomas heeft zich verontschuldigd voor zijn gedrag. → zich verontschuldigen.
Dat zijn zinnen met reflexieve werkwoorden.
Vorming reflexieve werkwoorden
Het reflexieve werkwoord bestaat uit de twee delen:
zelfstandig werkwoord + wederkerend voornaamwoord
Voorbeeld: zich wassen
- ik was me;
- jij wast je;
- u wast zich;
- hij/zij wast zich;
- wij wassen ons;
- jullie wassen je;
- zij wassen zich.
Structuur
Het wederkerend voornaamwoord staat altijd naast het werkwoord.
- Ik verveel me;
- Pia vergist zich;
- Bor ergert zich.
Let op: de reflexieve scheidbare werkwoorden
Structuur van een een reflexief scheidbaar werkwoord:
deel 2 van het werkwoord + wederkerend voornaamwoord + deel 1 van het werkwoord.
Voorbeeld: zich afvragen
- Ik vraag me af of dit wel de kortste weg naar huis is.
- Ik stel me voor aan mijn collega’s.
In de ZiN Taaltrainer illustreren we de reflexieve werkwoorden in de tekst ‘Drie vrouwen nemen een middagpauze’. Sheila voelt zich wat slapjes en de drie vrouwen vervelen zich nooit samen. Je krijgt in de trainer ook een toets met score en feedback. Zo kan je zelf controleren of je alles goed begrepen hebt.