- Ik zou wat meer moeten bewegen.
- Als ik rijk was, zou ik een zeilboot kopen.
Dat zijn zinnen met de conditionalis of voorwaardelijke wijs. Je vormt de voorwaardelijke wijs met het werkwoord ‘zou/zouden’.
Vorming
- enkelvoud:
- ik zou
- jij/u zou
- hij/zij/het zou
- meervoud:
- wij zouden
- jullie zouden
- zij zouden
Gebruik
- met de constructie als → dan
- → Als ik de lotto won, dan zou ik dat aan niemand zeggen.
- → Je kan de zin ook zonder het woord ‘dan’ vormen: Als ik de lotto won, zou ik dat aan niemand zeggen.
- als je normen, plannen of verwachtingen uitdrukt:
- → Je zou beter op tijd naar bed gaan!
- met beleefde, voorzichtige vragen of suggesties:
- → Zou je me kunnen helpen, alsjeblieft?
- → Zou u niet beter naar huis gaan als u ziek bent?
In de taaltrainer illustreren we de voorwaardelijk wijs in het verhaal ‘Problemen onderweg voor Abou en Mila’. Abou en Mila zouden daarin om 15 uur bij de notaris moeten zijn. Je krijgt in de trainer ook een toets met score en feedback. Zo kan je zelf controleren of je alles goed begrepen hebt.