-
schepen [ zelfstandig-naamwoord ]
échevin - council member de schepen- de schepenen zelfstandig naamwoord De schepen van sport gaf een toespraak bij de opening van het nieuwe tennisplein. -
schoonouder [ zelfstandig-naamwoord ]
beau-parent - parent-in-law de schoonouder - de schoonouders zelfstandig naamwoord Mijn schoonouders komen vanavond op bezoek. -
schuld [ het-woorden, zelfstandig-naamwoord ]
dettes - debt de schulden zelfstandig naamwoord Het bedrijf heeft geen grote schulden. -
skelet [ zelfstandig-naamwoord ]
skeleton - squelette zelfstandig naamwoord Er liggen griezelige skeletten in de grafkelder. -
sneeuw [ zelfstandig-naamwoord ]
neige| snow zelfstandig naamwoord soort neerslag van ijskristallen Er ligt sneeuw, we kunnen een sneeuwman maken. -
spinnenweb [ zelfstandig-naamwoord ]
toile d'araignée - spider web zelfstandig naamwoord Je moet dringend je kamer opruimen, er hangen zelfs spinnenwebben aan de ramen. -
storm [ zelfstandig-naamwoord ]
tempête | storm zelfstandig naamwoord zeer hevige wind. Door de storm is de boom omgewaaid. -
studentenresidentie [ zelfstandig-naamwoord ]
cité universitaire | student residence zelfstandig naamwoord Een verblijfplaats voor studenten in de stad waar ze studeren. Zij woont in een studentenresidentie. -
studentenvereniging [ zelfstandig-naamwoord ]
association d'élèves | student association zelfstandig naamwoord Een groep studenten die samen samen komen en activiteiten organiseren. Elke week ga ik naar een activiteit van de studentenvereniging.