-
waaien [ werkwoord ]
souffler | to blow werkwoord Blazen van de wind. Doordat de wind waait, is mijn haar in de war. -
waarschuwen [ werkwoord ]
avertir - warn waarschuwen - waarschuwde- gewaarschuwd werkwoord Ik heb je gewaarschuwd voor slechte vrienden. -
wegen [ werkwoord ]
peser -weigh wegen - woog - gewogen werkwoord Hoeveel weegt het pakje?