-
langsgaan [ werkwoord ]
rendre visite à - stop by langsgaan - ging * langs - langsgegaan ik ga langs - jij gaat langs - wij gaan langs werkwoord Ik ga straks langs bij mijn vriendin. -
lijken [ werkwoord ]
sembler - seem lijken - leek - geleken werkwoord Ahmad leek zich goed te amuseren tijdens de wedstrijd. -
loeien [ onregelmatig-werkwoord, werkwoord ]
combattre - beugler loeien - loeide - geloeid werkwoord De koeien loeien omdat ze honger hebben.