exceller - stand out → uitblinken - blonk uit - uitgeblonken scheidbaar werkwoord Mijn zus blinkt uit in het leren van vreemde talen.

Lees meer

invoquer - bring up aankaarten - kaartte aan - aangekaart scheidbaar werkwoord Ik heb de problemen op school  aangekaart  bij de directeur.  

Lees meer

dépenser - spend uitgeven - gaf uit - uitgegeven scheidbaar werkwoord Ik heb veel geld uitgegeven tijdens mijn reis naar Griekenland.  

Lees meer

exécuter - carry out uitvoeren - voerde uit- uitgevoerd werkwoord De firma voerde alles uit zoals we vroegen.

Lees meer

remplir - fill out invullen - vulde in- ingevuld werkwoord Ilona vulde alle formulieren prima in.

Lees meer

éliminer - eliminate  uitschakelen - schakelde uit- uitgeschakeld werkwoord We schakelden de tegenstander makkelijk uit met twee doelpunten.

Lees meer

s'attendre à - look forward to uitkijken naar - keek uit naar - uitgekeken naar werkwoord We kijken al  uit naar het feest.

Lees meer

 grandir - grow up opgroeien - groeide op - opgegroeid werkwoord Ik ben in het centrum van Brussel opgegroeid.

Lees meer

terminer - finish afronden - rondde af - afgerond werkwoord Alina heeft haar studies biologie net afgerond.

Lees meer

=deel van het scheidbaar werkwoord "voorbereiden". préparer - prepare voorbereiden - bereidde voor - voorbereid Nadège heeft zich de hele week voorbereid op het examen.  

Lees meer