Dertig kilometer per uur moet de maximumsnelheid zijn voor auto’s in woonzones. Dat is het besluit van 1700 experts uit 140 landen. Zij vergaderden in Stockholm om na te denken over de veiligheid in het verkeer. Er waren ook 80 ministers aanwezig. Als dit advies gevolgd wordt in alle landen, zullen er 700.000 minder doden vallen in het verkeer.
In de hele wereld zijn er 1,4 miljoen doden in het verkeer. De verkeersconferentie in Stockholm wil dit aantal halveren op 10 jaar tijd.
Veilige auto’s maken en gewonden in het verkeer beter verzorgen, zijn andere voorstellen van de conferentie.
De belangrijkste oproep is zeker die om van 30 kilometer per uur de norm te maken. Dat moet overal waar er zowel zwakke weggebruikers (fietsers, voetgangers, steps) als voertuigen met een motor (auto’s, moto’s, vrachtwagens) op de weg zijn.
Botst een fietser of voetganger met een auto die slechts 30 kilometer per uur rijdt? Dan heeft heeft hij drie keer zoveel kans om de botsing te overleven dan als hij botst met een auto die 50 kilometer per uur rijdt.
Lagere snelheid is trouwens niet alleen goed voor de veiligheid, maar ook voor het milieu.
Steden als Antwerpen, Gent, Mechelen en Leuven hebben van de zone 30 al de norm gemaakt in het centrum, Brussel voert dat binnenkort zelfs door in het hele gewest.
De Vlaming gaat nog niet akkoord met de maatregel om 30 kilometer per uur te rijden. Uit een peiling blijkt dat maar 39 procent van de Vlamingen akkoord gaat met 30 kilometer per uur.
Volgens verkeersexperten is het niet genoeg om een verkeersbord met de maximumsnelheid te plaatsen. Je moet ook de straat zelf aanpassen: met verkeersdrempels, bomen, bochten en graspleintjes.
