De Koninklijke Sterrenwacht van België werkte mee aan een onderzoek in de ruimte. De vraag was: hoe kan het dat er reuze planeten gezien zijn rond sterren die niet zo groot zijn? Het antwoord lag in de snelheid waarmee de ster groeit.
Hoe kan een super grote planeet rond een kleinere ster zweven? Het ziet er een beetje vreemd uit. Wetenschappers hebben nu het antwoord op deze vraag gevonden. Als een ster ontstaat ligt er een ring van stof rond. Een deel gaat naar de vorming van de ster en een deel gaat naar de vorming van planeten. Op een bepaald moment is al dit materiaal op en zijn de ster en de planeten klaar met groeien. De ontdekking is dat sterren pas sneller groeien als ze al wat ouder en groter zijn. Jonge sterren zijn vrij koud. Hierdoor smelt de stof rond hun niet goed, waardoor het maar traag tot op de ster komt. Later is de temperatuur hoger en kan ze dus sneller groeien. Dit is belangrijk, want het materiaal dat niet voor de ster is gaat naar de planeten. Omdat er in het begin meer stof overblijft kunnen er reuze planeten ontstaan bij gemiddeld grote sterren.
In de ZiN Taaltrainer krijg je ook luister- en schrijfoefeningen. Het is een intensieve, maar zeer nuttige manier om woorden te leren en te activeren.
Zo ziet dat eruit in de les ‘Mag ik een afspraak?’:

