- Vertrekt u vandaag nog?
- Waar zijn uw koffers?
“Uw” of “u”, in het gesproken Nederlands hoor je bijna geen verschil. In het geschreven Nederlands is het onderscheid wèl belangrijk en moet je nauwkeurig de spellingsregels toepassen.
In de ZiN Taaltrainer krijg je ook luister- en schrijfoefeningen. Het is een intensieve, maar zeer nuttige manier om woorden te leren en te activeren.
Zo ziet dat eruit in de les ‘Mag ik een afspraak?’:
UW
Je schrijft een ‘w’ als je ‘u’ combineert met een substantief.
Het substantief staat direct achter ‘uw’.
Je schrijft dus een ‘w’ als je ‘u’ possessief gebruikt.
- Uw koffie staat klaar.
- Wat is uw telefoonnummer?
U
In alle andere gevallen schrijf je ‘u’ zonder ‘w’.
- Die brief is voor u.
- Kan ik u iets te drinken aanbieden?