Elke vier maanden verdwijnt er ergens op de wereld een taal, omdat de laatste spreker ervan sterft. Dat is niet alleen spijtig voor de verminderde taalrijkdom. Er gaat op die manier ook veel waardevolle plantenkennis verloren. Dat is de conclusie van een onderzoek van taalkundigen uit Zürich in Zwitserland.
Talen van inheemse stammen bevatten veel unieke natuurkennis. Door de opkomst van grote talen als Engels, Spaans en Mandarijn (dat is grootste taal in China) sterven die talen aan een hoog tempo uit. De inheemse talen bestaan vaak enkel mondeling, niet geschreven. Als de laatste spreker van een taal sterft, verdwijnt dus ook de kennis over veel planten en kruiden. Uit het wetenschappelijk onderzoek blijkt dat drieduizend talen binnenkort zullen verdwijnen.
Het probleem moet niet onderschat worden en heeft ook gevolgen voor de moderne wereld, waarschuwen de onderzoekers. Want veel van onze farmaceutische kennis is gebaseerd op de plantenkennis van de inlandse stammen. Een taal die verdwijnt, is dus ook zeer waardevolle geneeskundige informatie die verdwijnt.