“Ons” of “onze” in deze zinnen?
- Hij heeft … goed geholpen.
- Hier staan … fietsen.
Lees verder voor de oplossing en uitleg
In de ZiN Taaltrainer krijg je nog meer grammaticatopics, oefeningen en toetsen. Je leert extra dagelijkse woordenschat met teksten en dialogen.
Ons
“Ons” gebruik je:
- Als bezittelijk voornaamwoord (= possessief pronomen) als het bijvoeglijk naamwoord (substantief) een het-woord is.
- Het tuinhuis -> Ons tuinhuis staat achter in de tuin.
- Het tafeltje -> Wat vind je van ons nieuwe tafeltje?
- Als wederkerend voornaamwoord (= reflexief pronomen)
- We hebben ons de hele dag verveeld. (zich vervelen)
- We moeten ons goed voorbereiden op het examen. (zich voorbereiden)
- als object
- Hij heeft ons goed geholpen.
- Hij zal ons niet snel vergeten.
Onze
“Onze” gebruik je:
Als bezittelijk voornaamwoord als het bijvoeglijk naamwoord (substantief) een de-woord is.
- De leraar -> Onze leraar was heel boos.
- De huisdieren -> Onze huisdieren worden goed verzorgd.
Dus:
- Hij heeft ons goed geholpen.
- Hier staan onze fietsen.
Even oefenen: “ons” of “onze”? |