Mijn collega is een brave ….
De … luisteren graag naar luide muziek.
Ik heb een … vader.
Hij heeft een veel … vriendin.
Wil je nog meer woordenschat, grammatica en oefeningen? In de ZiN Taaltrainer illustreren we de dagelijkse grammatica en woordenschat Nederlands via korte luisterverhalen en dialogen. Je krijgt veel oefeningen en toetsen met score en feedback. Voor 1 jaar toegang tot het materiaal betaal je 49 euro.
JONG
‘jong’ is het antoniem van ‘oud’. Het is een adjectief. In combinatie met een substantief kan ‘jong’ dus een –e krijgen.
- De acteurs geven geduldig handtekeningen aan hun jonge fans.
- De wandelaars zien een jong paard in de wei staan.
In combinatie met een werkwoord wordt ‘jong’ een adverbium en verandert het niet van vorm.
- Ze zijn heel jong getrouwd.
- Mijn oma is 84 maar ze voelt zich nog heel jong.
EXTRA:
De comparatief van ‘jong’ is ‘jonger(e)’. Een ‘jongere’ is ook een substantief, in de betekenis van ‘een jong iemand’ (zie verder op deze pagina).
- Ik ben tien jaar jonger dan mijn oudste broer
- Hij heeft een veel jongere vriendin
JONGEN
‘Een ‘jongen’ is
- een kind van het mannelijk geslacht.
- Vorige zaterdag is er opnieuw een jongen van 6 verdwenen.
- een mannelijke persoon in de leeftijdscategorie tussen kind en volwassene.
- De jongen op de foto studeert aan de universiteit.
JONGENS
Het meervoud van ‘jongen’ is ‘jongens’.
In deze middelbare school zijn geen jongens toegelaten.
EXTRA:
Vooral in het gesproken Nederlands is de leeftijd van een ‘jongen’ niet zo belangrijk en kan je ‘jongen’ zowel voor kinderen als voor volwassenen gebruiken.
- Onze nieuwe collega is een brave jongen.
- Kom, jongen”, zei mijn oma tegen mijn opa, “We moeten vertrekken. Anders zijn we te laat.”
JONGERE
Een ‘jongere’ is een ‘adolescent’, ‘een jong iemand’.
Vaak spreek je over de hele groep, de hele generatie en gebruik je het meervoud ‘jongeren’.
- Het publiek van de muziekzender bestaat hoofdzakelijk uit jongeren.
- Veel jongeren werken tijdens het weekend.
Het wordt dus:
- Mijn collega is een brave jongen.
- De jongeren luisteren graag naar luide muziek.
- Ik heb een jonge vader.
- Hij heeft een veel jongere vriendin.