Wat ben je aan het doen?
Ik ben aan het eten.
Wat zijn jullie aan het doen?
Wij zijn tv aan het kijken.
Om iets te beschrijven dat aan de gang is, kan je de structuur “aan het + infinitief” gebruiken.
Let op!
De infinitief volgt meteen na aan het … Tussen “aan het” en “infinitief” staat dus niets.
Een direct object of indirect object staat tussen de vorm van “zijn” en de woordgroep “aan het + infinitief”