MORGEN
De ‘morgen’ is:
- het begin van de dag, wanneer de nacht overgaat in de dag of
- de periode tussen het begin van de dag en de middag.
Je gebruikt ‘morgen’ altijd in combinatie met andere woorden zoals een adjectief, een artikel, een pronomen.
- We moeten ons iedere morgen haasten.
- Heb je deze morgen het nieuws al gehoord?
Wil je nog meer woordenschat, grammatica en oefeningen? In de ZiN Taaltrainer illustreren we de dagelijkse grammatica en woordenschat Nederlands via korte luisterverhalen en dialogen. Je krijgt veel oefeningen en toetsen met score en feedback. Voor 1 jaar toegang tot het materiaal betaal je 49 euro.
’s MORGENS
’s morgens is een bijwoord van tijd. Het is een zinsdeel dat geen andere woorden nodig heeft om de tijd aan te duiden.
- De vlucht is verplaatst naar 5 uur ’s morgens.
Je kan ’s morgens ook gebruiken om een gewoonte aan te duiden. Dan krijgt ’s morgens de betekenis van ‘elke morgen’.
- ’s Morgens poets ik mijn tanden. (= Elke morgen poets ik mijn tanden)
Opgelet: Het weglatingsteken (= apostrof) staat vóór de s. Wanneer je ’s schrijft aan het begin van een zin, verandert deze nooit in een hoofdletter. Het is de ‘m’ die de hoofdletter krijgt.
’s Morgens eet hij nooit.