Ken ik … niet?
Is dat … auto?
Lees eerst de uitleg. Onderaan de pagina staat de oplossing.
Jouw of jou; in het gesproken Nederlands hoor je bijna geen verschil. In het geschreven Nederlands is het onderscheid wél belangrijk en moet je nauwkeurig de spellingsregels toepassen.
Wil je nog meer woordenschat, grammatica en oefeningen? In de ZiN Taaltrainer illustreren we de dagelijkse grammatica en woordenschat Nederlands via korte luisterverhalen en dialogen. Je krijgt veel oefeningen en toetsen met score en feedback. Voor 1 jaar toegang tot het materiaal betaal je 49 euro.
JOUW
Je schrijft een ‘w’ als je ‘jou’ combineert met een substantief.
Het substantief staat direct achter ‘jouw’.
Je schrijft dus een ‘w’ als je ‘jou’ possessief gebruikt.
- Jouw resultaat is niet schitterend.
- Mag ik jouw pen gebruiken?
JOU
‘jou’ is nooit subject maar maar verder kan ‘jou’ overal in de zin staan.
Je schrijft ‘jou’ dan altijd zonder ‘w’.
- Waarom hoor ik jou nooit?
- Hij heeft naar jou gevraagd.
- Ik heb jou niet gezien.
JOUW? JOU? … JE.
Je kan de hele problematiek van ‘jouw’ en ‘jou’ vermijden door systematisch ‘je’ te gebruiken.
- Je resultaat is niet zo schitterend.
- Hij heeft naar je gevraagd.
‘Je’ heeft echter weinig klemtoon. Daarom zal je in het gesproken Nederlands vooral de beklemtoonde vorm ‘jou(w)’ horen.
Het wordt dus:
- Ken ik jou niet?
- Is dat jouw auto?