Er zijn hoofdtelwoorden en rangtelwoorden, bepaalde hoofdtelwoorden en onbepaalde rangtelwoorden.
In de ZiN Taaltrainer illustreren we het telwoord in het verhaal ‘Vince en Ilona zoeken een woning’. Het koppel wil er een woning kopen op de zesde verdieping van een appartement.
Hoofdtelwoorden
Hoofdtelwoorden duiden op een aantal:
- een;
- twaalf;
- drieëntwintig;
- vijftig;
Ook beide (=”de twee”) is een hoofdtelwoord.
Voorbeeldzin: Beide meisjes dragen een rode jurk.
Rangtelwoorden
Rangtelwoorden duiden op een nummer in een reeks:
- (de/het) eerste;
- (de/het) twaalfde;
- (de/het) drieëntwintigste;
- (de/het) vijftigste;
- …
Hoe vorm je een rangtelwoord?
- een → eerste
- twee → tweede
- drie → derde
- vier → vierde
- vijf → vijfde
- zes → zesde
- zeven → zevende
- acht → achtste
- negen → negende
- tien → tiende
- twintig → twintigste
- honderd→ honderdste
- duizend → duizendste
- miljoen → miljoenste
- miljard → miljardste
Onbepaalde telwoorden
Onbepaalde telwoorden duiden op een aantal, maar je weet niet exact hoeveel:
- veel
- weinig
- enkele
- sommige
Onbepaalde rangtelwoorden
Onbepaalde rangtelwoorden duiden op een plaats in een reeks, maar minder precies dan de bepaalde rangtelwoorden:
- middelste
- voorlaatste
- laatste