- Hij vertrekt … 15 februari.
- Hij vertrekt … 8 uur.
- Hij is geboren … januari
Lees eerst de uitleg. De oplossing staat onderaan.
OP: voor een dag
- Hij vertrekt op dinsdag.
- Hij vertrekt op 15 februari.
Om: voor een precies tijdstip
- Hij vertrekt om 8 uur.
- Hij staat op om 7 uur.
IN: voor een maand, jaar, eeuw
- Ik vertrek in januari naar het buitenland.
- Hij werd geboren in 1924.
- De 100-jarige oorlog begon in de 14de eeuw.
Dus de oplossing is:
- Hij vertrekt op 15 februari.
- Hij vertrekt om 8 uur.
- Hij is geboren in januari