Geen producten in de winkelwagen.
Zoeken naar:
Zoeken naar:
0
Geen producten in de winkelwagen.
Inloggen
|
Register
Lees Nederlands
Leer Nederlands
Woordleer
Werkwoord
Infinitief
Ott (presens)
Ovt (imperfectum)
Vtt (perfectum)
Reflexieve werkwoorden
Het scheidbaar werkwoord
Gebiedende wijs (imperatief)
Werkwoorden met vast voorzetsel
Modale hulpwerkwoorden
Positiewerkwoorden: liggen, zitten, staan, hangen.
Engelse werkwoorden
Lijst van sterke en onregelmatige werkwoorden
Zelfstandig naamwoord
Meervoud
De of het?
Verkleinwoord
Voorzetsel
Bijvoeglijk naamwoord
Vorming van het bijvoeglijk naamwoord
Trappen van vergelijking
Bijwoord
Vraagwoord
Telwoord
Zinsbouw
Woordvolgorde
Normale woordvolgorde en inversie
Plaats van het direct object
Scheidbaar werkwoord
Samengestelde zinnen
De negatie (geen, niet, nooit, niemand)
De voorwaardelijke wijs of conditionalis
“Er” gebruiken in het Nederlands
Het passief
Aan het + infinitief
Taalknopen
Iedereen of allemaal?
In of binnen?
Morgen of ‘s morgens
Feesten of vieren?
Als of dan?
Ons of elkaar?
Jou of jouw?
U of uw?
Maken of doen?
Jong, jongen, jonger of jongere?
Heel of veel?
Enkele of sommige?
Huis of thuis?
Maar of alleen?
Zo of zoals?
Waarom of daarom?
Ons of onze?
Soms of sommige?
Dit of deze?
Toen of als?
Zullen of willen?
Op of om?
ZiN Taaltrainer
Zoeken naar:
0
Geen producten in de winkelwagen.
Inloggen
|
Register
Woordvolgorde
normale woordvolgorde en inversie
plaats van het direct object (lijdend voorwerp)
Inloggen
|
Register
0
Zin in Nederlands
Lees Nederlands
Leer Nederlands
Woordleer
Werkwoord
Infinitief
Ott (presens)
Ovt (imperfectum)
Vtt (perfectum)
Reflexieve werkwoorden
Het scheidbaar werkwoord
Gebiedende wijs (imperatief)
Werkwoorden met vast voorzetsel
Modale hulpwerkwoorden
Positiewerkwoorden: liggen, zitten, staan, hangen.
Engelse werkwoorden
Lijst van sterke en onregelmatige werkwoorden
Terug
Zelfstandig naamwoord
Meervoud
De of het?
Verkleinwoord
Terug
Voorzetsel
Bijvoeglijk naamwoord
Vorming van het bijvoeglijk naamwoord
Trappen van vergelijking
Terug
Bijwoord
Vraagwoord
Telwoord
Terug
Zinsbouw
Woordvolgorde
Normale woordvolgorde en inversie
Plaats van het direct object
Terug
Scheidbaar werkwoord
Samengestelde zinnen
De negatie (geen, niet, nooit, niemand)
De voorwaardelijke wijs of conditionalis
“Er” gebruiken in het Nederlands
Het passief
Aan het + infinitief
Terug
Taalknopen
Iedereen of allemaal?
In of binnen?
Morgen of ‘s morgens
Feesten of vieren?
Als of dan?
Ons of elkaar?
Jou of jouw?
U of uw?
Maken of doen?
Jong, jongen, jonger of jongere?
Heel of veel?
Enkele of sommige?
Huis of thuis?
Maar of alleen?
Zo of zoals?
Waarom of daarom?
Ons of onze?
Soms of sommige?
Dit of deze?
Toen of als?
Zullen of willen?
Op of om?
Terug
Terug
ZiN Taaltrainer
Mijn account
Inloggen
Registreren
Je account
Je winkelmand